- 10 November 2017 -

‘Het gaat erom dat je er bent’

Leersessie over effecten Huis van de Wijk showt duidelijke effecten en geeft heldere conclusies

Professionals en managers betrokken bij het Huis van de Wijk kwamen op dinsdag 19 september bij elkaar voor een gezamenlijke leersessie. Om erachter te komen welke effecten het Huis van de Wijk heeft op de wijkbewoners in de Ruwaard. En om vast te stellen welke rol professionals en managers hebben en zouden kunnen pakken op het bijdragen aan die effecten. De leersessie is een vervolg op een sessie die in mei werd gehouden met wijkbewoners over dit onderwerp.

Tijdens de leersessie is gebruik gemaakt van een speciaal instrument: de Effectenarena. Dit houdt in dat een gesprek wordt gevoerd aan de hand van vier vragen.

  1. Welke activiteiten vinden al plaats en wat zou er nog meer mogelijk of nodig zijn?
  2. Wat leveren die activiteiten op voor deelnemers en voor wijk als geheel?
  3. Wie investeert in deze activiteiten?
  4. Wie heeft er baat bij de activiteiten?

De gesprekken die hieruit ontstaan geven helderheid in de complexe maatschappelijke vraag die centraal staat: wat is het effect van het Huis van de Wijk op de wijkbewoners van de Ruwaard?

Leersessie wijkbewoners en vrijwilligers

In mei vond al een leersessie plaats met deelnemers van het Huis van de Wijk, waarbij we onderzochten wat voor effect het Huis van de Wijk heeft op wijkbewoners en vrijwilligers. Uitkomst was dat wijkbewoners en vrijwilligers zich in het Huis van de Wijk gewaardeerd en gehoord voelen. Ze doen mee in de maatschappij en voelen dat hun ideeën waardevol zijn. Het huis zorgt voor verbinding en ‘laagdrempelig ontmoeten’. Procesbegeleider Effectenarena Jan Joore (UniK): “Ik was onder de indruk tijdens de bijeenkomst met de wijkbewoners. Het horen van de effecten van Ons Huis van de Wijk voor de wijkbewoners is betekenisvol voor ons allemaal.”

Een flink scala aan activiteiten

Uit het gesprek over activiteiten wordt al snel duidelijk dat in het Huis van de Wijk al heel veel activiteiten door wijkbewoners zelf zijn gestart. Er zijn meer dan twintig groepsactiviteiten per week. Dit varieert van eetgroepen tot kaartclubs en van een naaiatelier tot een wandelgroep. Daarnaast zijn er dagelijks heel veel mensen die even in de huiskamer een kopje koffie drinken, een krantje lezen of een praatje maken.

Ook professionals en managers zijn actief in het Huis van de Wijk. Ze plannen er afspraken met wijkbewoners, geven korte rondleidingen aan nieuwsgierige wijkbewoners en overleggen met elkaar in het Huis van de Wijk. En het wordt gebruikt als werkplek waarop professionals zichtbaar zijn. Denk aan iemand van het sociaal juridisch loket en professionals uit de wijk die in het huis (net)werken. Ook de huisartsen hebben het Huis van de Wijk gevonden: zij sturen actief patiënten door naar de wandelclub die iedere dinsdagochtend plaatsvindt.

Professionals en managers zien ook nog mogelijkheden voor het uitbreiden van activiteiten op hun initiatief. Denk bijvoorbeeld aan activiteiten rondom opvoedondersteuning, een loket voor administratie en post en spreekuren voor bijstand, re-integratie, minima en de wijkverpleegkundige.

Wat leveren die activiteiten op?

Heel veel, is de conclusie uit het gesprek. De professionals en managers zien meer tevreden mensen, wijkbewoners die voldoening en gelijkheid ervaren, mensen die meer ondernemend worden en waarvan de zelfredzaamheid wordt versterkt. Wijkbewoners nemen actiever deel aan de maatschappij, hun kans op een baan wordt vergroot en ze leren vertrouwen in zichzelf. En die effecten zijn hoofdzakelijk door de wijkbewoners zélf tot stand gebracht.

Ook de houding van de professional zelf verandert. Want zij durven de wijkbewoners steeds meer los te laten en durven meer te vertrouwen op wat de inwoner zelf kan. Hun werk wordt leuker, omdat de effecten op de wijkbewoners zo positief zijn en omdat ze steeds meer mensen bereiken. En ze zien een verbetering in de samenwerking tussen de actieve organisaties in de wijk.

Daarnaast blijkt dat door het Huis van de Wijk minder zorg nodig is in de wijk en dat de zorg die plaatsvindt, veel meer vraaggericht is dan aanbodgericht.

 

Wie investeert in deze activiteiten en wie heeft er baat bij?

Op de derde en vierde vraag wordt iets minder diep ingegaan. Investeerders van de activiteiten zijn alle deelnemende partijen in Proeftuin Ruwaard. Partijen die er baat bij hebben zijn niet alleen de wijkbewoners zelf, maar ook gemeente, GGZ, de zorgverzekeraar, alle betrokken professionals en de gezondheidszorg in het algemeen.

‘Het gaat erom dat je er bent’

Na het gezamenlijk beantwoorden van de vragen is het tijd voor reacties. Anton Mulders, coördinator van het Huis van de Wijk, vraagt zich af of er bij de wijkbewoners echt behoefte is aan de eventuele toekomstige activiteiten die de professionals hebben voorgesteld. Hij geeft aan dat de aanwezigheid en vindbaarheid van de professionals het belangrijkste zijn: de invulling van die aanwezigheid kan op dat moment worden overgelaten aan de individuele wijkbewoner. Bart Hoes van Ons Welzijn herkent zich hierin. “Wijkbewoners komen in het Huis van de Wijk naar mij toe, simpelweg omdat ik zichtbaar beschikbaar ben.”

Belangrijke conclusies

Aan het eind van de sessie worden een aantal conclusies getrokken. Voor de professional is het vooral belangrijk dat hij aanwezig is. ‘Ben er gewoon in het Huis van de Wijk. Wees dichtbij en help mensen om zelf activiteiten op te zetten. Begeleid daar waar nodig bij het zelf ontdekken en ontplooien van deze activiteiten.’ Voor de managers geldt dat zij ruimte moeten creëren in de eigen organisatie, zodat de professionals de kans krijgen en nemen om de juiste rol te pakken. ‘Faciliteer (toekomstige) activiteiten, creëer kaders voor ruimte, materialen en middelen. Toon lef om deze werkwijze te ondersteunen.’

"Anderhalf jaar na de start lijkt er geen weg meer terug”

Daarnaast is het belangrijk dat professionals en managers waar mogelijk ondersteuning bieden voor de gehele wijk (collectief) en vanuit de vraag. Dat betekent dat huidige diensten soms moeten worden losgelaten. Individuele begeleiding wordt natuurlijk wel aangeboden als dat de enige optie is. Ook wordt benadrukt alle organisaties in de wijk samenwerken om gezamenlijke dagbesteding te organiseren, waarbij de behoefte van de wijkbewoners leidend is (dagbesteding nieuwe vorm). Professionals moeten dan onderling afspreken hoe en door wie (indien noodzakelijk) begeleiding wordt geleverd.

En nu verder!

Met deze leersessie zijn niet alleen de effecten van het Huis van de Wijk nog zichtbaarder geworden, ook hebben professionals en managers duidelijk aangegeven wat het van hen en hun organisaties vraagt. Het besef dat het ‘anders denken, doen en organiseren’ écht nieuwe vormen van samenwerking vraagt tussen wijkbewoners, professionals en managers is weer een stap verder uitgewerkt.

Tijdens een volgende leersessie gaan we aan de slag met de resultaten uit de sessies met de wijkbewoners, managers en professionals. We maken deze concreet in uit te voeren acties en activiteiten voor managers en professionals. In de tussenliggende periode blijven professionals aanwezig in het huis en nemen de inzichten van de sessie mee in wat zij doen en hoe ze dat aanpakken.